Aflevering 42: Jongerenwerk
In deze aflevering gaat Menno in gesprek met Tessa Vogels, jongerenwerker van jongerencentrum de Kluis. Naast Tessa zijn ook jongeren Jordy en Lodhin te gast. Zij komen al enkele jaren bij de Kluis en vertellen eerlijk wat de Kluis hen heeft gebracht. Van een plek om even weg te zijn van je problemen tot een gezellige plek om je vrienden weer te zien. En wat is de preventieve kracht van jongerenwerk?
U kunt de podcast ook op andere platforms beluisteren.
Bekijk hier de verschillende platforms
Transcriptie
Menno:
Dit is Menno in Meierijstad. In deze podcast ga ik, Menno Roozenaal, als wethouder van de gemeente Meierijstad, in gesprek met mensen over onderwerpen die mij na aan het hart liggen. In gesprek met echte mensen uit Meierijstad. Welkom bij weer een nieuwe aflevering van de podcast Menno in Meierijstad. Vandaag gaan we het hebben over jongerenwerk. Onder andere het jongerenwerk in Veghel, bij de Kluis. En daarvoor heb ik een jongerenwerker in de studio, Tessa Vogels. Welkom.
Tessa:
Dankjewel.
Meno:
Ik heb ook twee jongeren uit Veghel in de studio. Lodhin Knauf, welkom.
Lodhin:
Dankjewel.
Menno:
En Jordy van Schijndel.
Jordy:
Ja, dankjewel.
Menno:
Ook welkom. Jordy, om eens met jou te beginnen. Jij woont in Veghel, hoe oud ben je?
Jordy:
Ik ben 21 jaar.
Menno:
21. Kom je dan nog veel bij de Kluis?
Jordy:
Ja, het is tot en met 23, dus ik heb nog even.
Menno:
Dus je zit nog midden in de doelgroep.
Jordy:
Ja, in principe wel. Ik ben wel een van de ouderen die daar komt.
Menno:
Ja. En al lang?
Jordy:
Ik kom daar nou net ongeveer anderhalf jaar.
Menno:
Oké. Dus niet al vanaf je jonge leeftijd, maar iets later. Hoe ben je er eigenlijk terechtgekomen?
Jordy:
Via vrienden. Die vroegen of ik een keer meekwam en toen ben ik daar terechtgekomen.
Menno:
En vond je het wel chill?
Jordy:
Ja, het is een hele gezellige sfeer heb je daar, zeg maar. Je eigen muziek kun je opzetten. Je kan daar poolen. Playstationen en noem het maar op.
Menno:
Ja, dus je had er wel goed je gevoel bij en zo ben je er een beetje blijven hangen.
Jordy:
Ja, in principe wel.
Menno:
En kom je daar wekelijks of dagelijks? Hoe moet ik dat zien?
Jordy,
Het is op de maandag, woensdag en vrijdag is het geopend voor open inloop. En in principe ben ik er iedere keer als het open inloop is.
Menno:
Ja, ja. Oké. Hoe is het voor jou, Lodhin? Want jij komt ook uit Veghel.
Lodhin:
Ja, dat klopt. Ja, ik kom er wel iets langer, iets langer dan Jordy.
Menno:
Want je bent nu?
Lodhin:
Ik ben nu twintig.
Menno:
Twintig.
Lodhin:
En ik ben daar gekomen rond mijn zestiende, zeventiende, zoiets.
Menno:
Oké, ja.
Lodhin:
Ja, voor mij, ik zou zeggen dat ik daar ook wel met Jordy eens ben. Het is gewoon een hele gezellige sfeer. En voor mij was het ook gewoon voor een hele lange tijd gewoon een plek om even weg te zijn van huis.
Menno:
Ja.
Lodhin:
Zo leer je uiteindelijk nieuwe mensen kennen. Zo ben ik ook met Jordy gaan praten en nog weet ik het hoeveel anderen.
Menno:
Jullie kennen elkaar vanuit de kluis, daarvoor kenden jullie elkaar nog niet.
Lodhin:
Nee, misschien ooit een keertje zo nu en dan eens gezien, maar ja, we zijn echt pas gaan praten toen we elkaar leren kennen bij de kluis.
Menno:
Ja, maar Jordy, je hebt dus echt vrienden, via vrienden ben je naar de kluis gegaan. Ja. En Lodhin, jou hoor ik ook zeggen, ik heb eigenlijk in de kluis vrienden gekregen. Misschien geldt dat voor jou ook wel Jordy, maar je hebt daar ook meer vrienden gekregen.
Lodhin:
Ja, ook. Maar ik ben ook wel via wat vrienden. En ja, ik ben gewoon via vrienden. Daar ben ik ook terecht gekomen en die zeiden ook gewoon een keer van ja, ga een keer mee. En toen had ik niks te doen, dus van ja, waarom niet?
Menno :
Ja.
Lodhin:
En toen is dat eigenlijk, ja, blijven hangen.
Menno:
En voor jou was het dan al vanaf je zestiende.
Lodhin:
Ja.
Lodhin:
Je hebt ook in die coronaperiode, heb je natuurlijk dan ook meegemaakt.
Lodhin:
Ja.
Menno:
Pakte je je daar toen op mis, dat het jongenscentrum misschien minder open was in die periode?
Lodhin:
Ja.
Menno:
Want het was voor jou wel een fijne plek om naartoe te kunnen?
Lodhin:
Ja. Ik vond het... Ik vond het... Ik vond het... Ik vond het wel heel vervelend, omdat thuis zat ik gewoon met wat problemen en dan was het voor mij toen in ieder geval fijn om gewoon weg te zijn van huis en dat kon toen niet. Dus toen zat ik wel even klem.
Menno:
Ja. Ja. Dat kan ik me voorstellen. Dat je je echt op mispakt dan in die tijd. Ja. En je zal vast niet de enige zijn geweest.
Lodhin:
Nee, maar het is ook een stukje socialisatie wat je dan mist, want toen had ik eigenlijk nog niet zo heel veel mensen om me heen of in ieder geval niet de goede mensen. Dus eigenlijk mijn hoofdbron van überhaupt communicatie met andere leeftijdsgenoten of dan met Tessa of net wat. Dat was eigenlijk allemaal daar.
Menno:
Ja. Ja. Dus dat miste je echt.
Lodhin:
Ja.
Menno:
Daardoor. Tessa, om jou even te introduceren, jongerenwerker, hoelang werk je al als jongerenwerker in Meierijstad?
Tessa:
Afgelopen maand drie jaar.
Menno:
Al drie jaar. Ja. Je bent eigenlijk in die coronaperiode begonnen.
Tessa:
Ja. Wel net op het moment dat er weer jongeren binnen mochten.
Menno:
Dat het weer kon.
Tessa:
Er zat nog wel een maximum aan, maar zonder aanmelden.
Menno:
Ja. En dus je hebt denk ik het verhaal wat Lodhin vertelt ook wel meegemaakt, dat jongeren echt heel veel behoefte hadden om er weer naartoe te kunnen.
Tessa:
Ja. En dan zag je ook op het moment dat de kluis weer openging, dat zag je ook wel in de drukte.
Menno:
Ja. Het stroomde weer toe.
Tessa:
Ja.
Menno:
Nu hebben we gelukkig helemaal geen last meer van de beperkingen die er toen waren. Welke jongeren zien we in de kluis? Want de leeftijdscategorie is dus van, nou, beginnende tieners tot begin twintigers. Zie je dat ook allemaal terug op de verschillende dagen?
Tessa:
Ja, we hebben overdag tussen drie en vijf ook voor groep zeven-acht een open inloop. En in de avond dan alleen tot en met 23. En voor de rest komen er eigenlijk alle doelgroepen. Dus ook eenzame jongeren, wat natuurlijk ook voort is gekomen uit de coronaperiode. Daar proberen we door middel van een kookproject bijvoorbeeld, dat ze op een laagdrempelige manier nieuwe mensen leren kennen en vervolgens zie je dat ze dan stapje bij stapje steeds langer blijven hangen en zich veilig voelen bij de kluis.
Menno:
Ja.
Tessa:
Dus eenzame jongeren, maar ook LHBTI'ers, jonge mantelzorgers.
Menno:
Ja, je hebt eigenlijk een aantal specifieke groepen waar jullie je in de activiteiten op richten. En je hebt gewoon jongeren die gebruik maken van de open inloop en die is voor iedereen gewoon toegankelijk.
Tessa:
Ja, die is voor iedereen.
Menno:
Ja. En dat zie je dus ook in wie er komt.
Tessa:
Ja.
Menno:
Ja. Jordy, dat is denk ik dan wel af en toe ingewikkeld met de muziek die jij graag wil luisteren. Want hoe meer mensen, hoeveel verschillende muzieksmaken. Hoe werkt dat dan?
Jordy:
Nou scheelt het wel. Ik kan wel naar heel veel muziek luisteren dus. En het is ook, ja. Ik kan daar niet alleen naar mijn eigen muziek luisteren. Ja. Ja. Het is, je bent bij een grote groep, daar komen veel meer mensen dan jij alleen zeg maar.
Menno:
Ja, dus je bent gedwongen een brede smaak te ontwikkelen eigenlijk.
Jordy:
Ja, dat moet je wel gewoon kunnen accepteren zeg maar. Dus ja, dat is. Dat is denk ik, na anderhalf jaar lijkt dat wel.
:Menno:
Haha. Lodhin, dat is denk ik ook wel het mooie van zo'n jongerencentrum, dat daar dus veel verschillende jongeren komen waardoor je ook in gesprek raakt met jongeren die misschien met hele andere dingen bezig zijn.
Lodhin:
Ja, dat klopt. Nou, voor mij heb ik dat sowieso heel erg zeker omdat dan zo'n interessant puntje op muzieksmaak. Want mijn, ja, mijn muzieksmaak valt dus meer net wat anders dan van wat ik zou zeggen van wat de meeste mensen bij de kluis zouden luisteren. Dus zo hoor ik ook wel heel veel, heel veel andere dingen. Sommige dingen vind ik dan wel weer net iets beter dan de ander, maar nou ja, zo leer je ook allemaal nieuwe dingen kennen. Voor mij persoonlijk, als ik dan iets leuks hoor van wat iemand opzet, dan kijk ik daar heel vaak thuis nog wel eens naar om te kijken van nou ja, vind ik nog meer van deze artiest
Menno:
Ja.
Lodhin:
En zo ben ik ook naar, zo ben ik ook andere soorten muziek gaan gaan waarderen die ik eigenlijk nooit van mijn leven had gedacht dat ik die ooit zou kunnen waarderen. Dus ja, nou daarin, ja, er zit gewoon allemaal heel veel, heel veel diversiteit in. Ook gewoon qua, qua mensen zit er ook gewoon heel veel, heel veel diversiteit in. Je ziet allemaal, ja, je ziet gewoon zoveel verschillende soorten mensen zie je daar binnen, binnen en buiten lopen.
Menno:
Ja.
Lodhin:
Dat is ook, ja, ikzelf, ik vind dat ook wel gewoon leuk om te zien. Gewoon al die verschillende soorten groepen die daar komen.
Menno:
Ja. En Tessa muziek is wel altijd heel belangrijk hè, in de ontwikkeling van jongeren. Ik luister zelf ook nog steeds naar de muziek toen ik een tiener was of twintiger. Dat is best wel belangrijk in je ontwikkeling, want muziek gaat ook vaak over emoties en die zijn best wel heftig in die leeftijdsfase. Merk je daar in het jongerencentrum dat het vaak over muziek gaat?
Tessa:
Ja, ze zijn vrij om zelf muziek op te zetten, dus ze moeten het echt met elkaar afstemmen welke muziek erop staat. Ehm. En wat Lodhin al zei de muzieksmaken die lopen nogal uit één. Maar over het algemeen, ja, het gaat met fases. Eerst was het vooral veel rapmuziek, maar de laatste tijd is het vooral veel hardcore, hardstyle.
Jordy:
Maar ook wel een beetje afro- en urbanmuziek enzo, daar komt er ook nog wat tussendoor.
Lodhin:
Ja. En als ik er ben, dan gooi ik zo nu en dan is dat van die oude klassiekers ertussen. Ik weet dat de muziek waar ik eigenlijk normaal gesproken aan luister, dat ze me zeggen dat er nog wel een paar stapjes bovenop zitten. Ja. Ja. Dat wordt binnen twee seconden uitgezet. Dus ik denk, nou, dan probeer ik het nog maar, weet je, dan probeer ik het nog.
Menno:
Binnen de tolerantiegrens probeer je het dan te houden.
Lodhin:
Ja, precies. Zodat ik er alsnog ook gewoon van kan genieten.
Menno:
Ja, ja. Kan me iets weer voorstellen. En de snollebollekes of zo, dat kan ook nog? Of is dat echt not done in het jongerencentrum?
Tessa:
Nee, dat zetten ze niet op.
Lodhin:
Nee, daar luisteren niet veel mensen naar. Nee, nee, nee.
Menno:
Nee.Nee.Nee. Jongerenwerk is bij ons meer dan alleen in een jongerencentrum/ We hebben in Veghel de Kluis op de Noordkade, in Schijndel heb je Bizzi, in SInt-Oedenrode heb je het Honk. Maar jongeren hangen natuurlijk ook op straat of bij vrienden thuis. Hoe gaat dat, want de kunst is om jongeren ookn aar het jongerencentrum te halen maar ook om ze op te zoeken op de plekken waar ze zijn.
Tessa:
Ja en vooral nu in de zomervakantie als het lekker weer is, dan rijden de drie keer in de week een ronde en dan gaan we alle hangplekken af, alle speeltuintjes, sportveldjes, en daar kijken we wat de jeugd aan het doen is, en wat voor een vrijetijdsbeteding ze hebben.
Menno:
Je gaat niet als een politieagent rond in die zin. Gewoon een praatje maken. Want hangen moet op zich ook kunnen. Zolang je maar geen overlast veroorzaakt.
Tessa:
Nee, en op het moment dat er overlast is, san gaan we natuurlijk wel over een gesprek. Maar dan nog zijn we geen politieagent. Maar dan gaan we juist kijken waarom veroorzaken jullie dit.
Menno:
Ja, wat is er aan de hand?
Tessa:
Ja, en vaak nemen we gewoon een voetbal mee. En dat is wel een heel goed middel om met deze jongens en meiden in gesprek te komen.
Menno:
Ja, want jij bent jongerenwerker. Maar in het team in Veghel heb je er een stuk of vier, vijf jongerenwerkers, die samen en het jongerencentrum en alle activiteiten buiten doen.
Tessa:
Ja, ons team bestaat nu uit vijf mensen. En ja, twee jongerenwerkers zijn wel echt gericht op sport. Dus die gaan ook het liefst lekker naar buiten. En met de voetbal. Lekker met die jongens voetballen.
Menno:
Ja, meisjevoetballen tegenwoordig ook heel goed.
Tessa:
Ook, maar toch zien we die minder.
Menno:
Zie je die minder? Oh, daar ligt misschien nog een uitdaging voor de toekomst. Zijn jullie zelf ook veel buiten, Jordy? Heb je ook wel eens gehangen, zo links en rechts?
Jordy:
Ja, regelmatig.
Menno:
Ja, waar hangen jullie dan?
Jrody:
Ja, dat is verschillende plekken.
Tessa:
Noordkade.
Lodhin:
Bijvoorbeeld? Overal en nergens. Dat zou ik ook zeggen, want ik ben er dan ook heel vaak bij en dan staan we de ene keer hier. Of dan komen er mensen, of er staan er al mensen op de plek waar we staan en dan verzint hij wel weer een andere plek.
Jordy:
We zijn hier van negen tot een tien keer wel met een redelijke groep.
Menno:
Ja, maar hou je dan voldoende rekening met de omgeving, dat je niet een bende achterlaat of zoveel herrie of een aanrijdende scooter, zo'n auto?
Tessa:
Wordt aan gewerkt?
Jordy:
Ja, daar ga ik wel voor naar andere plekken toe, wel meer afgelegen plekken.
Menno:
Ja.
Jordy:
Want ja. Kijk, er zitten speakers in mijn auto, die ga ik hier niet vol open zetten. Die veroorzalken namelijk wel geluidsoverlast.
Menno:
Ja.
Jordy:
Maar ja, negen van de tien keer is er ergens achteraan op het industrieterrein of zo.
Menno:
Ja.
Jordy:
Ergens onder een brug waar hij in ieder geval droog staat. Waar we ook met zijn allen uit de auto kunnen stappen en zo.
Menno:
Ja, ik denk dat heel veel mensen best begrijpen de jongeren het fijn vinden elkaar te ontmoeten. En dat ze dan niet altijd willen dat de ouders over de schouder meekijken. Maar dat het fijn is om daar ook op een pleke ergens anders te doen. En tegelijkertijd als mensen jongeren bij elkaar zien komen, ja, dan vinden ze het vervelend als er heel veel herrie of troep bij komt kijken. Maar ja, dat is een stuk spanningsveld waar je rekening mee hebt te houden.
Jordy:
Ja, nou is het wel. Je leert er wel mee leven. Maar ja, ik snap wel dat het voor meer voor die jeugd van 16, 17 dat het toch wel minder is zeg maar.
Menno:
Ja, de wijsheid komt in die zin met de jaren. Dus als jij al een twintiger bent. Dan weet je wel van nou, hier moeten we rekening mee houden.
Jordy:
Je gaat er wel anders mee om inderdaad.
Menno:
Ja, dat heb je dan geleerd in die tijd, toen je zelf 16, 17 was misschien.
Jordy:
Nou, ik wil zeggen, ik ben ook jong geweest dus...
Menno:
En Tessa, hoe maak je het voor jongeren steeds weer aantrekkelijk om terug te blijven komen in het jongerencentrum?
Tessa:
Daarin proberen we aan te sluiten bij de behoeftes van de jongeren. Dus we proberen ook wel echt de bal bij hun te leggen. Wat moeten we organiseren? Wat vinden jullie leuk?
Menno:
En wat voor ideeën komen er dan?
Tessa:
Er zijn nu ideeën voor een hardstelfeestje bijvoorbeeld. Dus dan mogen ze met ideeën komen en dan gaan we samen kijken hoe dat we dat kunnen organiseren. Maar er zijn ook genoeg jongeren die zeggen we willen een voetbaltoernooi. Dus dat hebben we nu in de zomervakantie gedaan.
Lodhin:
Paintball is laatst volgens mij ook nog gedaan zoiets, toch?
Tessa:
Paintball is een tijdje geleden, maar dat doen we dan bijvoorbeeld voor de 18 plus jongeren. Dat het ook voor hen mooi blijft.
Menno:
Ja, dat groepeer je dan soms ook. Sommige dingen sluiten iets meer aan bij jongeren van 14, 15 en niet altijd dan ook bij de 18 plussers.
Tessa:
Nee, een knutselmiddag voor de meiden uit groep 7, 8. Ja, daar hoef ik bij deze twee jongens niet mee aan te komen.
Menno:
Nee, nee, maar bijvoorbeeld kookactiviteiten, vinden jullie daar leuk? Heb je daar wel eens aan meegedaan?
Lodhin:
Nee, ikzelf persoonlijk niet.
Jordy:
Het is regelmatig als er een open inloop is, dan zijn er twee dagen in de week kookproject. En ja, dan doe je dat eigenlijk in principe ook al, dan worden de taken ook verdeeld zeg maar. Dus als dan de ene doet koken en zo, de andere doet opruimen, tafel dekken.
:Menno:
Dus daar ben je wel bij, ja. Dan sta je ook groenten te snijden of iets te bakken.
Jordy:
Ja, ja, dat wel.
Menno:
Dat gebeurt wel, ja.
Jordy:
Je krijgt sowieso altijd een taak om te doen.
Menno:
Ja, ik kan me voorstellen dat het ook leuk is om bij te zijn.
Jordy:
Ja, zeker.
Lodhin:
Voor mijn gevoel is het ook gewoon een soort verantwoordelijkheid die je dan, zullen we zeggen, enigszins meekrijgt. Dat je toch zullen we zeggen dingen hebt die je moet doen als je ergens aan mee wilt doen of zo. Bijvoorbeeld je organiseert iets dat je er dan ook moet opruimen, allemaal van dat soort dingen. Dat is eigenlijk een beetje de link die ik ook daarmee tussenleg. Dat en behalve dat het voor de medewerkers ook gewoon een hele hoop opruimwerk scheelt.
Menno:
Dus je leert daardoor ook gewoon bepaalde verantwoordelijkheid te nemen, taken mee uit te voeren, samen te werken. Dat zijn, Tessa denk ik, ook belangrijke vaardigheden die jongeren daarin opdoen.
Tessa:
Ja, vooral met de kookproject kijken we dan ook bijvoorbeeld naar omgaan met een bepaald budget. Of samen boodschappen gaan doen, dat we naar de aanbiedingen kijken en dat soort dingen. En daarin hopen we dat ze dat in de toekomst meenemen en als ze dadelijk zelfstandig gaan wonen, dat ze die vaardigheden kennen.
Menno:
En hoeveel jongeren zijn er nou zo ongeveer die naar de Kluis komen? Want het is misschien jongeren die er bijna wekelijks zijn, maar misschien ook jongeren die er maar eens in de paar maanden een keer komen. Maar in totaal is het misschien wel een hele grote groep die je bereikt.
Jody:
Ja, dat verschilt heel erg.
Tessa:
Ja, maar in totaal is het denk ik 120 jongeren die in en uit lopen bij de Kluis.
Menno:
Ja, dat is dan op dit moment. Maar ja, ieder jaar komen er ook weer jongeren en dat zien jullie op enig moment dat je denkt nou ik begin nou een beetje te oud te worden. Dat is misschien over een jaar of twee. En de jongste jeugd komt iedere keer weer nieuw binnen, schat ik zo.
Tessa:
Ja, en vooral na een zomervakantie, als de nieuwe jongeren weer naar de brugklas gaan, dan zie je weer een hele roulatie.
Menno:
Is dat het moment van instroom, om maar even een vakterm te gebruiken?
Tessa:
Ja, vaak wel.
Menno:
Dus die overgang van groep 8 naar de brugklas, dat is ook waarop jullie als jongerenwerk je dan introduceert?
Tessa:
Ja, we maken al kennis met ze op de basisschool. Dat op het moment dat ze naar de middelbare school gaan, dat ze ons kennen. En dat wij hen kennen.
Meno:
Wat vinden je ouders ervan Jordy, om zo maar eens te vragen, dat je naar de Kluis gaat? Hebben ze iets van, nou fijn dat je daar een plek hebt? Of hebben ze daar eigenlijk niet zo'n beeld van, wat het precies inhoudt?
Jordy:
Ik heb het ze regelmatig uitgelegd. Ze zijn er nog nooit langs geweest. Maar ze vinden het ook wel even lekker rustig als ik een keer uit huis ga.
Menno:
Ja, die muziek. Ga die maar lekker luisteren bij de Kluis dan.
Jordy:
Ja, nou ja, dan niet per se. Ze weten wel ongeveer wat de Kluis is. Maar ja, ik ben nou 21 en ze laten mij in principe gewoon mijn ding doen.
Menno:
Ja, je bent volwassen hè?
Jordy:
Qua leeftijd.
Menno:
Voor de wet ben je volwassen. Maar er zijn ook wel eens open dagen hè? En dan kunnen ouders volgens mij ook een keer komen kijken. Of ja, dan kan iedereen komen kijken. Toch Tessa?
Tessa:
Ja, de volgende staat gepland voor in het najaar. Er is nog geen vaste datum. Maar sowieso één à twee keer per jaar willen we het ook openstellen voor ouders, docenten, eigenlijk iedereen die nieuwsgierig is naar de Kluis.
Menno:
Ja, ik ben er zelf ook wel eens geweest. Ik ben sowieso wel vaker in de Kluis geweest, maar ook bij een open dag. Ja, dat is wel een ideaal moment dan om een keer binnen te lopen. Ik kan me voorstellen bij normale openingsdagen dat de jongeren er niet op zitten te wachten dat de ouders dan massaal binnen lopen.
Tessa:
Liever niet en wat mij betreft zijn ze altijd welkom om een kijkje te komen nemen. Maar ja, de jongeren denken daar wel eens ooit anders over.
Jordy:
Ja, dat maakt mij in principe niet zo heel veel uit als mijn ouders een keer langskomen.
Lodhin:
Ik zeg dat voor mij ook niet heel veel uit, maar het is meer dat mijn vader er gewoon geen interesse in heeft.
Tessa:
Nee, maar voor de jongeren is het toch wel wat gênant als de ouders dan in één keer daar staan.
Lodhin:
Ja, dan gaan ze zich toch wel weer anders gedragen.
Tessa:
Dat is niet stoer, ja.
Menno:
Het ergste wat je vroeger kon overkomen is dat je moeder met je broodtrommel naar de middelbare school ging omdat je die sokjes vergeten was.
Lodhin:
Nee, daar valt het inderdaad denk ik wel mee. Een beetje die categorie.
Menno:
Ja, daar wil je eigenlijk niet mee maken. En als iemand anders dat meemaakt, dan voel je je echt met diegene mee, toch?
Lodhin:
Ja, ik wel in ieder geval.
Menno:
Wat betekent voor jou de Kluis, Lodhin, in jouw leven?
Lodhin:
Ja, zoals ik net zei, voor mij was het eigenlijk in het begin gewoon heel erg fijn. Het is niet zo veel een manier om weg te zijn van, gewoon even om al mijn problemen weg te laten. Alleen, ja, nu zijn we al een aantal jaar verder en nu zie ik het eigenlijk gewoon, voor mij gewoon meer als een plek waarbij ik ook gewoon mijn vrienden weer kan zien. Gewoon, ja, ik zie het gewoon heel erg als een gezellige plek. Dan ga ik even met Jodie praten of ben ik dat een keer beu, dan ga ik met Tessa praten of dan ga ik even naar buiten en dan kijk ik wie er daar allemaal staat.
Menno:
Ja. Maar is het dan voor jou ook een plek waar je juist ook over problemen kan praten?
Lodhin:
Ja, zeker. Ik heb wel een paar keer met Tessa gezeten omdat ik gewoon echt, ja, ik zat gewoon even heel diep. En toen heb ik samen met Tessa, hebben we een paar, ja, hebben we gewoon opgeschreven van wat de mogelijkheden zijn en hebben we zo uiteindelijk de beste mogelijkheid gekozen. Ja. Dus daarin valt ook gewoon heel veel hulp te krijgen.
Menno:
Ja, ja, dat kan me voorstellen. Tessa, dat is denk ik ook de, ja, wat we dan in ons werk wel eens noemen, de preventieve kracht van jongerenwerk. Dat je, voordat je het echt hebt over specialistische jeugdhulp, de jongeren ook gewoon met lichtere of met problemen die voor hen heel zwaar voelen, bij jongerenwerker terecht kunnen. En niet meteen naar een huisarts of misschien al naar een gespecialiseerde zorgen, maar het laagdrempelige van de jongerenwerker ook hebben. En ook van hun leeftijdsgenoten die misschien wel met dezelfde issues te maken hebben.
Tessa:
Ja, we werken echt vanuit de, vanuit de relatie. Dus het vertrouwen wat we opbouwen met de jongeren. En soms is een luisterend oor al genoeg. En soms is het inderdaad dat je even de mogelijkheden op een rijtje moet zetten en wel samen even naar de huisarts gaat. Ja. Maar dat, ja, dat verschilt heel erg. Maar vaak is een luisterend oor ook al genoeg.
Menno:
Ja, soms is dat genoeg. En anders is het misschien een opstap naar, als het echt wat zwaarder is, de hulp die wel nodig is op dat moment. Ja. Waar je als jongerenwerker dan ook een jongeren in kan helpen.
Tessa:
Ja, maar vaak voelen ze zich veilig en vrij genoeg om op tijd aan de bel te trekken bij ons.
Menno:
Ja.
Tessa:
Zodat de zorg niet nodig is.
Menno:
Nee. Herken je dat ook zo Jordy? Maak je dat ook zo mee?
Jordy:
Ja, zeker. Ik heb ook, omdat ik daar een van de ouderen ben, krijg ik ook regelmatig, ja, wat jongere kinderen zeg maar. Ja. Die komen dan naar mij toe omdat ze ergens mee zitten of zo.
Menno:
Ja.
Jordy:
Het is dat ik er niet voor geleerd heb en het is dat ik er geen opleiding voor gedaan heb. Dus 9 van de 10 keer stuur ik ze door naar Tessa of naar andere jongerenwerkers. Ja. Maar, ja, het is, het voelt wel in één keer naar een hele grote stap zeg maar die je vooruit zet als die jongeren allemaal naar je toe komen. Ja.
Menno:
Maar, ja, inderdaad, als je jouw leeftijd hebt, dan is het voor een jongere van 15 of 16, die kijken natuurlijk op naar jou. Ja. En die denken van, oh, het is fijn dat je dan dus benaderbaar bent. Ja. Dat je niet denkt van, nou, dat jong spul, dat hoeft voor mij niet. Maar dat je juist...
Jordy:
Nou ja, daar zit het risico als je daar binnenkomt dat gebeurt sowieso wel een keer.
Menno:
Ja en zijn jullie, hebben jullie ook vrijwilligerswerk bij de Kluis of dat je op een bepaalde manier ook aan projecten meewerkt vanuit het jongerenwerk?
Jordy:
Tussen. Ja. Met feestjes of met...
Lodhin:
Ja, we worden wel gevraagd of, of, of we gewoon, gewoon mee willen helpen als, als we iets willen organiseren of dat we dan meedoen. Ja. Nou, nou heb ik, ik zweer me lekker net de pech dat de keren dat het aan mij is gevraagd dat ik al dingen had staan die ik moest doen. Maar, ja, als, als ze dat vragen, dan, dan doe ik dat met alle liefde en plezier.
Menno:
Staan jullie er wel klaar voor?
Jordy:
Ja, zeker.
Menno:
Dat is denk ik wel fijn, Tessa, toch? Want je bent maar met een paar jongerenwerkers. Als we dan naast stagiaires ook vrijwilligers zijn vanuit je jongeren zelf. Dan kan je ook makkelijker bijvoorbeeld zo'n voetbaltoernooi of iets anders organiseren.
Tessa:
Ja, en net zoals Jordy, die is al drie keer in de week. Dus die weet best wel hoe we werken bij de Kluis. En dan is het gewoon af en toe handig om een paar extra handjes te hebben die je komen helpen. En net zoals Lodhin heeft twee weken geleden bij Fabriek Magnifique gestaan. Daar stonden wij als jongerenwerk ook. Dus dat zijn wel leuke opstapjes die we ook bieden naar talentvolle jongeren.
Menno:
Ja, zo doe je inderdaad ook een beetje ervaring op. Want qua opleiding, werk, ben je in een traject, Lodhin?
Lodhin:
Ja,ik heb nu een tussenjaar. Dus ik ben nu voornamelijk wel meer aan het werken. En in september begin ik weer met school in Eindhoven.
Menno:
O, oké. Ja, dat is vanuit Veghel goed te doen.
Lodhin:
Ja, gewoon lekker één bus en een kwartier te lopen en ik ben op school.
Menno:
Nou, perfect. En jij, Jordy?
Jordy:
Ik werk dadelijk gewoon vijf dagen in de week.
Menno:
O, je bent al helemaal klaar met je schoolperiode?
Jordy:
Ja, daar ben ik al vanaf mijn achttiende klaar mee.
Menno:
Dus je bent gewoon volle bak aan het werken.
Jordy:
Ja, de schoolbanken, dat is niks van mij. Ik moet echt bezig zijn.
Menno:
Nou, klinkt goed. Nou, fijn dat je zo die weg gevonden hebt. Ja, zeker. En ook mooi als de Kluis daarin in zekere zin een rol speelt ook in jullie leven nu. Mooi om zo te horen. Dat is wel de waarde, denk ik, van het jongerenwerk. We hebben dus, wat ik al zei, in Veghel de Kluis, in Schijndel heb je Bussy, in Sint-Oedenrode het Honk. Daar heb je denk ik ook veel samenwerking mee, Tessa, met de andere jongerenwerkers.
Tessa:
Ja, we zien ook veel jongeren, bijvoorbeeld uit Schijndel of Sint-Oedenrode, die naar Veghel komen. Of Veghelse jongeren die de andere kant op gaan. Dus dan is het ook wel handig om daarin samen te werken. En dat mochten er problemen zijn met een jongere, dat we van elkaar op de hoogte zijn.
Menno:
Ja, dat wel.
Tessa:
Met wat de afspraken zijn.
Menno:
Ja, ja.
Tessa:
Maar ook gezamenlijke activiteiten.
Menno:
Die kun je ook oppakken dan.
Tessa:
Ja.
Menno:
Nou, mooi. Volgens mij hebben we een goede inkijk gekregen zo in het Jongerenwerk en wat het ook betekent in het leven van jongeren. In dit geval Lodhin en Jordy. Dan dank ik jullie voor de komst naar de studio. En tegen de luisteraar zeg ik bedankt voor het luisteren naar de podcast. En tot de volgende aflevering van Menno in Meierijstad.
Bedankt voor het luisteren naar deze aflevering van mijn podcastserie Menno in mijn reisstad. Vond je het interessant en wil je meer luisteren? Abonneer je dan via je favoriete podcast app.