Criteria bijzondere bebouwing en ensembles

Tot deze categorie behoren sportgebouwen, scholen, winkelcentra, (zorg)instellingen en publieksgebouwen.

Bijzondere gebouwen hebben belang bij een goede uitstraling van het eigen gebouw en hun omgeving. Bovendien oefenen deze gebouwen invloed uit op het dorpsbeeld. Om die reden wordt bij verbouwingen niet alleen aandacht besteed aan de architectonische verschijningsvorm van deze bouwwerken, maar ook de relatie met de stedenbouwkundige kenmerken van de omgeving. Het architectonisch beleid is vooral gericht op stimulering van het hoogwaardige karakter van de locaties. Wij streven naar een samenhang in plaatsing, volume en uitstraling van de bebouwing, zonder het individuele karakter van de locaties en hun eigen identiteit aan te tasten. De bebouwing mag best afwijken ten opzichte van de omgeving, maar moet op zich architectonisch sterk genoeg zijn.

Naast deze ‘bijzondere bebouwing’ zijn er nog meer gebieden in Meierijstad die vanwege hun specifieke architectonische en stedenbouwkundige kenmerken aandacht vragen voor het behoud van hun waarden. Dit zijn vooral de gebieden met woningen uit de zogenaamde wederopbouwperiode (Hoevenbraak, Oranjewijk) en het woongebied Beemd-Noord. Het behoud van de samenhang tussen de architectonische en stedenbouwkundige kenmerken in deze ‘ensembles’ zijn reden voor het opstellen van aanvullende criteria voor deze ensembles.

De beoordelingscriteria

Bebouwing en omgeving

  • Het bouwwerk moet aanvaardbaar en inpasbaar zijn in relatie tot de omgeving.
  • De openbare ruimte in de directe omgeving van de gebouwen en de bebouwing op zich moeten als geheel worden gezien en ook zodanig worden ingericht.
  • De gebouwen en de hoofdentree moeten op de openbare ruimte gericht zijn en worden vormgegeven.

Bebouwing op zich

  • Er moet samenhang zijn in de onderlinge relatie tussen de samenstellende delen en tussen de architectonische vormen van het gebouw.
  • Aanpassingen aan de bebouwing moeten ondergeschikt zijn aan de gevel als geheel en aansluiten op de architectonische uitstraling.
  • De hoofdmassa moet beeldbepalend zijn.

Materiaal, detaillering en kleur

  • Keuze en samenhang in materiaal, detaillering en kleurgebruik moet zorgvuldig gebeuren.
  • Bij aanpassingen van bestaande bouwwerken is het bestaande kleur- en materiaalgebruik het uitgangspunt.
  • Materiaal- en kleurgebruik moeten bijdragen aan de herkenbaarheid van de bebouwing.
Aanvullende criteria ensembles

Algemeen

  • De stedenbouwkundige en architectonische samenhang staat bij elke ingreep voorop.
  • Het stedenbouwkundige patroon, inclusief de inrichting van de openbare ruimte en de bomenstructuur, moet behouden blijven.

Situering

  • Bij (vervangende) nieuwbouw is de positie en de oriëntatie van de oorspronkelijke bebouwing maatgevend.
  • Het overwegend gesloten gevelbeeld van rijenwoningen of korte blokjes wordt in stand gehouden.
  • Nieuwbouw sluit aan bij de ritmiek van de bestaande bebouwing in de omgeving.
  • De stelselmatige toepassing van accenten, bijvoorbeeld op koppen of in zichtassen en van symmetrie in massa, kapvorm en gevelindeling, wordt gerespecteerd.

Massa en vorm

  • De bestaande schaal van de bebouwing in de omgeving is het uitgangspunt bij nieuwbouw, uitbreiding en vervanging van de bebouwing.
  • Het aantal bouwlagen en de kapvorm is afgestemd op de bouwhoogte en de bouwmassa van de belendende bebouwing.
  • Variaties in goothoogte en kapvorm op straathoeken en andere bijzondere situaties, worden gerespecteerd.
  • De bestaande kapvorm en kaprichting blijven gehandhaafd.
  • Aan- en bijbouwen op straathoeken worden zo veel mogelijk afgedekt met een kap in dezelfde helling als de hoofdmassa.
  • Toevoegingen als dakkapellen zijn in beginsel gestandaardiseerd en zijn ondergeschikt aan de hoofdmassa.

Kleur- en materiaalgebruik

  • Het kleur- en materiaalgebruik zijn ondergeschikt en worden zodanig toegepast dat deze de architectuur ondersteunt. Het beeld ter plaatse is medebepalend voor de keuze van de kleur.
  • Het kleur- en materiaalgebruik dragen bij aan het behoud van de kenmerken van het gebied, ondanks de actuele aanpassingen.