Algemene criteria

Uw bouwinitiatief is gelegen in een gebied waarvoor een welstandsbeoordeling noodzakelijk wordt geacht.

De welstandsbeoordeling wordt gebaseerd op de voor het gebied geldende gebieds- en objectcriteria. In de praktijk bieden deze meestal voldoende houvast voor de welstandsbeoordeling. Als dit niet het geval is, kan worden teruggegrepen op de algemene criteria. Deze algemene criteria bestaan uit architectonische begrippen en aspecten waarmee kwaliteit kan worden omschreven. Ze dienen als aansporing en inspiratiebron voor initiatiefnemers en ontwerpers.

Het terugvallen op de algemene criteria is voorstelbaar in bijvoorbeeld de volgende situaties:

  • Als het strikt volgen van de gebieds- of objectcriteria leidt tot een inspiratieloos en nietszeggend eindresultaat, dat zich negatief aftekent in de omgeving.
  • Als er sprake is van een omvangrijk plan met een bijzondere betekenis en esthetische kwaliteit, waarvoor de welstandscriteria niet toereikend zijn.

In de algemene criteria wordt de onderlinge relatie beschreven tussen de afzonderlijke ontwerpaspecten.

Relatie tussen vorm, gebruik en constructie

Een gebouw moet een samenhangend geheel vormen doordat de ruimtes, volumes en vlakken in evenwichtige maatverhoudingen zijn ontworpen. De verschijningsvorm van een gebouw moet een relatie hebben met het gebruik en met de manier waarop het gemaakt is.

  • De vormgeving heeft een logische samenhang.
  • Gebruik en constructie vormen de basis van iedere vorm van het bouwwerk.
  • Vorm, gebruik en constructie zijn begrijpelijk en vormen een logisch geheel.
Relatie tussen bouwwerk en omgeving

Een gebouw moet een positieve bijdrage leveren aan de kwaliteit van de openbare ruimte in de stad of het landschap. Hoe groter de openbare betekenis van een gebouw, hoe meer het door mensen wordt gebruikt en gezien, hoe zwaarder de eisen op dit gebied wegen. Dit geldt niet alleen voor gebouwen, maar evenzeer voor de inrichting van de openbare ruimte.

  • Het gebouw is zorgvuldig ontworpen en ontkent de omgeving niet, ook als het contrasteert.
  • Het bouwwerk moet aanvaardbaar en inpasbaar zijn in zijn omgeving en de toekomstige ontwikkelingen ervan.
Betekenis van vormen in de sociaal - culturele context

Elk ontwerp verwijst naar of komt overeen met bouwstijlen, peri- odes uit het verleden, een bepaald gebruik of een maatschappelijke ontwikkeling. Dit moet op een treffende manier gebeuren, zodat de waarnemer het gebouw kan begrijpen en plaatsen in de cultuur, geschiedenis en huidige maatschappelijke realiteit.

  • De kracht van het gebouw wordt ontleend aan zorgvuldig en consequent gebruik van verwijzingen en associaties.
  • Bij restauraties is sprake van herstel van elementen uit het verleden, bij nieuw- of verbouw in bestaande (monumentale) omgeving moet duidelijk zijn wat authentiek is en wat nieuw is.
  • Het ontwerp kan worden geïnspireerd door een bepaal- de tijdsperiode. Voorkom echter het imiteren van stijlen, vormen en detailleringen uit het verleden.
Evenwicht tussen helderheid en complexiteit

Een gebouw moet een samenhangend geheel vormen doordat de ruimtes, volumes en vlakken in evenwichtige maatverhoudingen zijn ontworpen.

  • Er is een heldere structuur aangebracht in het beeld, zonder dat het beeld versimpelt.
  • Het gebouw kent enige complexiteit in de compositie, ontstaan vanuit stedenbouwkundige eisen en programma van eisen. Dit resulteert in een spanningsvolle, maar heldere belevingswaarde.
  • Er moet samenhang zijn tussen de samenstellende delen en de architectonische vormen van het bouwwerk.
Schaal en maatverhoudingen

Een gebouw moet een samenhangend geheel vormen doordat de ruimtes, volumes en vlakken in evenwichtige maatverhoudingen zijn ontworpen. De verschijningsvorm van een gebouw moet een relatie hebben met het gebruik en met de manier waarop het is gemaakt.

  • Het bouwwerk heeft een samenhangend stelsel van maatverhoudingen dat beheerst wordt toegepast in ruimtes, volumes en vlakverdelingen.
  • Grote bouwwerken kunnen worden geleed. Voorkom echter een beeld van een verzameling losstaande kleine bouwwerken.
  • De maatverhoudingen vertonen een sterkere samenhang en hiërarchie.
  • Hellende daken vormen een belangrijk element in de totale compositie. Voorkom verstoring van het beeld door grofschalige toevoegingen.
Materiaal, textuur, kleur en licht

Materialen, bouwkundige details en kleuren moeten het karakter van een bouwwerk ondersteunen. Ook moeten ze de ruimtelijke samenhang met de omgeving verduidelijken of versterken.

  • Materiaal, textuur, kleur en licht ondersteunen het karakter van het bouwwerk en de ruimtelijke samenhang met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan.
  • Materialen, kleuren en lichttoetreding moeten leiden tot een samenhangend beeld.
  • Materialen en kleuren moeten een ondersteunende functie hebben en niet louter om de decoratieve werking worden toegepast.