Verslagen bijeenkomsten
Algemene digitale informatieavond 19 april 2022
De gemeente Meierijstad wil in 2050 CO2-neutraal zijn. Daarvoor verkent de gemeente de mogelijkheden om op eigen grondgebied duurzame elektriciteit op te wekken met zon en wind. De gemeente gaat daarover graag het gesprek aan met de inwoners. Deze digitale informatieavond is de eerste in een reeks digitale en fysieke bijeenkomsten in de komende maanden.
Voorzitter Eric Vink (Awareness) ligt toe dat het vanavond niet gaat over concrete projecten, maar over de voorwaarden die je als gemeente aan zulke projecten zou willen stellen: een afwegingskader voor opwekking van duurzame elektriciteit. De informatie gaat vanavond over wat er al gedaan is, waar de gemeente nu staat, welke stappen dit jaar gezet worden en hoe u daarbij betrokken kan zijn.
Wethouder Harry van Rooijen geeft in zijn welkomstwoord aan dat de energietransitie een grote opgave is: energievraagstukken zullen blijven komen, ook straks voor het nieuwe college. We moeten de tijd dus blijven gebruiken om samen na te denken over hoe we die keuzes in de toekomst maken.
Projectleider Duurzaamheid Roel Wouters (Gemeente Meierijstad) gaat in op waar we nu staan. Er zijn afspraken over de energieopgave:
- Europa: 40% CO2-reductie in 2030, wordt mogelijk 55%
- Nationaal: opwekking van duurzame elektriciteit in 2030 35 TWh op land en 49 TWh op zee
- Lokaal: de gemeenteraad wil in 2050 CO2-neutraal zijn op eigen grondgebied.
Om dit te bereiken zet de gemeente in op energiebesparing én opwekking van duurzame energie. Dit zal altijd een combinatie van verschillende bronnen moeten zijn om het doel te halen.
Als Meierijstad hier niet op tijd de regie in neemt, gaan andere overheidslagen dat doen. Daarom ontwikkelt de gemeente beleid over voorwaarde voor toepassing van zon op dak, zon op land, wind op land en nog te bepalen andere opties. Die voorwaarden gaan over (meervoudig) ruimtegebruik, planning in de tijd en lokaal eigendom.
Op dit moment heeft ongeveer een derde van de stroomaansluitingen zonnepanelen. Voor zonnevelden zijn vier mogelijke locaties aangewezen. Het beleid voor zon wordt nu herijkt als onderdeel van het afwegingskader voor duurzame elektriciteit. Voor wind op land lopen nu verkennende onderzoeken. Eén project, Veghel Wind(t), valt daar niet onder: hiervoor heeft de gemeenteraad eerder al een vergunning afgegeven. Nieuwe projecten worden niet behandeld voordat het afwegingskader zon en wind is vastgesteld. Andere energiebronnen of -dragers (zoals kernenergie en waterstof) helpen de gemeentelijke doelen te realiseren, maar we blijven de ontwikkelingen volgen.
In antwoord op vragen van deelnemers geeft Roel Wouters het volgende aan:
- Waarom geen andere energiebronnen en -dragers dan zon en wind? De gemeente sluit op voorhand niets uit, maar eerst moeten de randvoorwaarden compleet zijn om duidelijk en onderbouwd aan te kunnen geven waarom iets wel of niet kan. Dat hebben we ook nodig als argumenten richting de politiek en het Rijk. Als het algemene beleid er ligt is er ook ruimte om er andere onderdelen aan te hangen, zoals energieopslag voor de seizoensfluctuaties.
- Waarom niet meer zon op dak? De nog beschikbare dakruimte ligt vooral op bedrijventerreinen. De netbeheerder (Enexis) kampt met een tekort aan netwerkcapaciteit en geeft zon op dak nu geen prioriteit. Als de gemeente kan aangeven hoe de totale energieopwekking eruit gaat zien, kan dat helpen om de prioriteiten van Enexis te verschuiven. Voor de gemeente heeft zon op dak, net als isolatie, zeker hoge prioriteit. Nog hoger dan dit afwegingskader zelf.
- Waarom niet elders in het land of op zee? Het is lastig om de opwekopgave bij andere gemeenten neer te leggen of op hen te wachten omdat zij met dezelfde puzzel zitten. Dat gesprek wordt wel gevoerd in de regio. Duurzame stroom van op zee is bestemd voor grote (industriële) stroomafnemers.
- Waarom niet wachten op betere, efficiëntere oplossingen? Er blijven nieuwere en betere technieken aankomen, maar die zijn niet snel gerealiseerd. Een juiste planning om de doelen tijdig te halen moet voorkomen dat we teveel uitstellen. Daarbij houden we rekening met technische ontwikkelingen én met tegenvallers voor de opgave.
Energieonderzoeker Paul Jansen (Pondera) ligt de stappen naar een afwegingskader duurzame elektriciteitsopwekking toe. Zon en wind vormen samen een belangrijke spil in de energietransitie, en daarom pakken we ze in het afwegingskader nu samen op.
Voor zon wordt het bestaande beleidskader herijkt en de relatie met wind gelegd. Bij de herijking onderzoeken we of aanpassingen nodig zijn vanuit de onderwerpen netwerkcapaciteit, ontwerp van zonnevelden, mogelijk maken van lokaal eigendom of een nadere afweging van locaties.
Voor wind is meer onderzoek nodig: een plan-MER en milieuonderzoeken. Deze worden op hoofdlijnen uitgevoerd, omdat het over beleid gaat en niet over concrete projecten. Voor de plan-MER heeft de gemeenteraad eerder al – na participatie met inwoners – een Notitie Reikwijdte en Detail (NRD) vastgesteld. Daarin staat waarover de MER moet gaan, hoe diepgaand dat moet worden onderzocht en of vervolgonderzoeken per concreet project zou moeten worden uitgevoerd. Het inhoudelijk onderzoek voor de plan-MER is nu gestart. Daarbij maken we gebruik van voorbeeldopstellingen per onderzoeksgebied, maar dat betekent niet dat deze locaties ook meteen de locaties zijn waar ook echt windprojecten zouden worden toegestaan. De eerste resultaten over radar, natuur, geluid, slagschaduw en veiligheid zullen voor de zomervakantie 2022 beschikbaar zijn. We houder er voor milieueffectrapportage rekening mee dat vanwege een uitspraak van de Raad van State de normenstelling voor windturbines tijdelijk is stil gelegd.
In antwoord op vragen van deelnemers geeft Paul Jansen het volgende aan:
- Waait het wel genoeg in Meierijstad, kunnen ze niet beter aan de kust staan? Windturbines zijn tegenwoordig hoog en vangen op die hoogte stabieler wind. Ook over de grens met Duitsland zijn veel rendabele windparken, ondanks dat deze diep landinwaarts liggen.
- Kan je windmolens niet beter naast de gebruikers plaatsen, dan ze op het netwerk aan te sluiten? Als er grootgebruikers van duurzame energie zijn die je direct op een windpark kan aansluiten, zonder het net te belasten, dan is dat handig. Waar dat kan wordt het steeds vaker gedaan, maar de vraag van direct naburige gebruikers sluit lang niet altijd aan op het aanbod.
- Kunnen wij kennis nemen van (de conclusies) van alle onderzoeken? Alle onderzoeken worden als bijlage van de MER openbaar gemaakt.
Tot slot geeft projectleider duurzaamheid Janine van Abeelen (Gemeente Meierijstad) inzicht in hoe inwoners betrokken kunnen zijn bij het opstellen van het afwegingskader opwekking duurzame elektriciteit. De gemeente wil zeer intensieve participatie organiseren. Iedereen die betrokken wil zijn, kan meedoen. Naar alle inbreng zullen we goed luisteren en deze zo goed als mogelijk verwerken in het afwegingskader. De gemeente zal via alle bekende kanalen communiceren.
Inwoners en belanghebbende organisaties kunnen deelnemen aan drie types participatiemomenten:
- Informatiebijeenkomsten zoals nu, in de Week van de Duurzame Energie en na de zomer, waar iedereen globaal op de hoogte gehouden kan worden.
- Kennistafels, voor iedereen die diepgaande informatie over specifieke onderwerpen wil.
- Thematafels, om samen echt in gesprek te gaan over de bouwstenen van het afwegingskader. Omdat dit intensieve gesprekken zijn werken deze bijeenkomsten met aanmelding vooraf.
De eerste ronde kennis- en thematafels vinden in mei en juni plaats. Eind juni start de Week van de Duurzame energie. In het najaar zijn de opbrengst van deze bijeenkomsten verwerkt en vinden er een nieuwe informatieavond en een tweede ronde thematafels plaats.
- Actuele informatie over de data van de bijeenkomsten, de onderwerpen, voor wie ze bedoeld zijn en hoe u zich kun aanmelden vindt u op www.meierijstad.nl/duurzaamheid.
- Aanmelding voor de thematafels kan vanaf dinsdag 20 april en de aanmelding sluit op 17 mei. Voor aanmelding is een korte motivatiebrief nodig, zodat de gemeente een goede afspiegeling kan samenstellen.
In antwoord op vragen van deelnemers geeft Janine van Abeelen het volgende aan:
- Wat nu als wij nog een onderwerp missen bij de kennis- en thematafels? Als blijkt dat er belangrijke onderwerpen missen organiseren we zo nodig extra bijeenkomsten.
- Zijn de thematafels ook digitaal te volgen? De thematafels zijn fysieke bijeenkomsten. Voor afwezige belangstellenden wordt gekeken wat er kan worden georganiseerd, bijvoorbeeld met verslaglegging. Uit het publiek komt de suggestie een thematafel alternatieve bronnen te organiseren.
- Ik mis in de plan-MER het principe ‘de vervuiler betaalt’. Dit zit niet in het plan-MER-onderzoek: het is aan de politiek of dit in het afwegingskader moet.
- Worden de aan de thematafels ingebrachte inzichten meegenomen in het afwegingskader? Tijdens zulke bijeenkomsten halen we in de verdieping vaak veel op, zoals ook bleek bij de NRD. Als blijkt dat we op bepaalde aspecten echt niet verder kunnen, dan is het de ambitie om ook helder te op te schrijven waaróm dan niet.
De voorzitter constateert dat er geen vragen meer zijn. Hij roept iedereen op zich op te geven via de website en verwijst voor latere vragen naar de website en het emailadres . Hij dankt iedereen voor de aandacht en gestelde vragen.