Beleidskader op hoofdlijnen

Gemeente Meierijstad heeft een nieuw beleidskader over duurzame energie gemaakt. Dit beleidskader bevat uitgangspunten voor het opwekken van zonne-energie. Voor windenergie worden de op dit moment actuele (on) mogelijkheden aangegeven. Daarmee weten ontwikkelaars van projecten waar ze rekening mee moeten houden in hun plannen. Een beleidskader biedt ook anderen, zoals omwonenden, meer duidelijkheid.

Inhoud:

Inleiding

De gemeente wil in 2050 klimaatneutraal te zijn. Dit kun je onder andere bereiken door de energie die de gemeente gebruikt zelf, op een duurzame manier, op te wekken. In dit beleidskader leggen we de basis om die duurzame opwek mogelijk te maken. Het beleidskader heeft twee doelen: 

  1. Bepalen in welk tempo we energie gaan opwekken (hoeveel komt erbij elk jaar) en hoe dat eruit moet zien
  2. Bepalen met welke soorten duurzame energie we willen werken

Het beleidskader vervangt het vorige beleidskader uit 2020 (“De toekomst van zon en wind in Meierijstad”, 2020) . Dit was nodig omdat er nieuwe technische inzichten zijn. Voor dit nieuwe beleidskader geldt dat we elke twee jaar kijken of aanpassing nodig is. Zo blijft het beleid actueel. Als het nodig is passen we de verhouding van energiebronnen in de energiemix aan. 

Achtergrond

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de inrichting van steden, dorpen en buitengebied. Daarbij moet de gemeente rekening houden met landelijk en provinciaal ruimtelijke beleid. Klimaatmaatregelen, zoals zonnevelden, hebben invloed op die ruimte. Dit beleidskader beschrijft de randvoorwaarden die gelden voor duurzame energie opwek, en daarmee de invloed die dat heeft op het gemeentelijk ruimtelijk beleid.

Met dit beleidskader geven we ook invulling aan de klimaatopgave waar we als gemeente voor staan. De doelen daarvan zijn op verschillende niveaus vastgelegd: 

  • Internationale afspraken: In het Klimaatverdrag van Parijs hebben 195 landen, waaronder Nederland, afgesproken om in 2050 de stijging van de gemiddelde wereldtemperatuur te beperken tot ruim onder 2 graden Celsius, en zo mogelijk 1,5 graden Celsius.
  • Nationale afspraken: Het Nationale Klimaatakkoord bevat maatregelen, waarmee we in Nederland in 2030 bijna de helft (49%) minder broeikasgassen uitstoten dan we in 1990 deden.
  • Om dat te halen is in het klimaatakkoord vastgelegd dat er binnen Nederland voor 35 TWh aan hernieuwbare energie moet worden opgewekt op land.
  • Provinciale afspraken: De provincie Noord Brabant wil in 2030 tenminste 50% van de duurzame energie in de eigen provincie opwekken. Ook heeft de provincie als doel om in 2030 24,4 TWh op te wekken uit zonne-en windenergie.
  • Regionale afspraken: De gemeente Meijerijstad is onderdeel van de Regionale Energiestrategie (RES) Noordoost-Brabant. Hier is afgesproken hoeveel energie de komende jaren moet worden opgewekt in dit gebied. Het doel is om in 2030 1,6 TWh hernieuwbare energie op te wekken.
  • Lokale afspraken: In onze eigen, gemeentelijke afspraken is vastgelegd dat Meierijstad in 2025 20% van de energie duurzaam opwekt. Waar we deze energie binnen onze gemeente gaan opwekken wordt in de Toekomstvisie Meierijstad vastgelegd. Deze toekomstvisie wordt de komende tijd opgesteld.

Terug naar boven

Afbakening

Voor de gemeente Meierijstad is energiebesparing de basis: energie die we niet gebruiken, hoeven we ook niet op te wekken. De gemeente wil in 2030 11% en in 2050 21% minder energie gebruiken. Het energieverbruik dat overblijft in in 2050 moet dan helemaal uit duurzame bronnen komen. De elektriciteitsvraag zal in de toekomst hoger liggen dan nu, omdat in de komende jaren wijken van het gas afgaan en overgaan op vormen die meer elektriciteit vragen.

We kiezen ervoor om de benodigde elektriciteit met zonne-energie op te wekken. Daarvoor gebruiken we het principe van de zonneladder. We benutten zoveel mogelijk daken op gebouwen, maar dat is niet genoeg. De gemeente onderzoekt daarom op welke andere plekken zonnepanelen mogelijk zijn, bijvoorbeeld naast de snelweg en boven parkeerplaatsen. De uitdaging is om voor wat er aanvullend nodig is, zo weinig mogelijk ruimte te gebruiken die voor andere nuttige doeleinden nodig is, zoals landbouwgrond.

Terug naar boven

Aanpak

Tijdens een periode van twee jaar werkten we, in samenwerking met inwoners van Meierijstad, aan dit beleidskader. Hiervoor werden verschillende participatieactiviteiten georganiseerd. Eerst gingen we in gesprek met verschillende inwoners tijdens zogenaamde gebiedstafels. Zo kregen we inzicht in wat er in de verschillende wijken en dorpen van Meierijstad leeft, als het gaat over duurzame energie opwek. Tijdens de daar op volgende thematafels en gesprekken met een reflectiegroep verdiepten we iedere keer de kennis. Zo haalden we inbreng op voor dit beleidskader.

Naast deze gesprekken met, veelal, vertegenwoordigers van een bepaald belang, betrokken we ook andere inwoners van onze gemeente bij het proces. Zo organiseerden we een enquête, werd er een Design Challenge opgezet om specifiek de jongeren in onze gemeente te betrekken, nodigden we per straat vier huisnummers uit om deel te nemen aan het Inwonerspanel en gingen we op de weekmarkten in gesprek met inwoners.

Gaandeweg werd duidelijk dat windenergie, als gevolg van radarverstoring en ruimtelijke wensen van de provincie, niet mogelijk is binnen onze gemeente. Uiteindelijk zorgde dat ervoor dat dit beleidskader zich vooral richt op het opwekken van zonne-energie en minder op windenergie.

Het resultaat van de participatie is verwerkt in dit beleidskader. 

Terug naar boven

De opgave

Voor Meierijstad is berekend dat we in 2050 totaal 4.557 TJ energie nodig hebben. Dit is gebaseerd op de huidige vraag naar elektriciteit, de verwachte stijging van de vraag in de toekomst (als gevolg van bevolkingsgroei) en de verwachte daling (door energiebesparing en inzet van nieuwe technieken). Deze energievraag moeten we op een duurzame manier opwekken.

Er zijn verschillende manieren om daar te komen. Wij hebben twee mogelijkheden uitgewerkt in opwekscenario’s.

  • Het scenario RES 2030: Dit is het minimale scenario, dat ervoor zorgt dat we in 2030 voldoen aan de afspraken in de RES. Daarna vergroten we dan de inzet om duurzame energie op te wekken, waarna we tussen 2040 en 2050 weer iets minder realiseren.
  • Het lineaire scenario: In het tweede scenario is de opgave voor Meierijstad in gelijke delen verdeeld. Zo spreiden we de verduurzaming gelijk over de tijd, zodat we nieuwe technieken en inzichten onder weg kunnen meenemen.

De gemeente kiest voor het ‘lineaire scenario’. Het is namelijk mogelijk dat er tussentijds projecten en initiatieven uitvallen. Als projecten tussentijds uitvallen betekent dat mogelijk dat we het uiteindelijke doel niet gaan halen omdat er dan te weinig zonne-energie wordt opgewekt. Als we vanaf de start hoog inzetten is de kans het grootst dat we het doel in 2050 halen.

Terug naar boven

Participatie

Bij nieuwe initiatieven om energie duurzaam op te wekken in de gemeente vinden we participatie en communicatie erg belangrijk. Goede communicatie en participatie zijn het startpunt van ieder nieuw project. Er zijn twee verschillende vormen van participatie.

Terug naar boven

Procesparticipatie

De gemeente vindt het belangrijk dat buurtbewoners en andere mensen met een belang vanaf het begin betrokken worden bij het proces. Dat noemen we procesparticipatie. Elke ontwikkelaar moet daarom een participatieplan opstellen, waarin omschreven staat hoe ze dat gaan doen. Ook de gemeente heeft een rol in de participatie. Die kan per project verschillen. Tot nu toe had de gemeente vooral een toetsende rol, maar in de toekomst willen we een meer stimulerende rol pakken en toegroeien naar een samenwerkingsrol en zelfs een eigenaarsrol.

Terug naar boven

Financiële participatie

De gemeente wil dat de energietransitie zo veel mogelijk ten gunste komt van de lokale samenleving. Dat kan als de omgeving de kans krijgt mee te investeren en in de opbrengsten te delen. Dit noemen we financiële participatie. Daarvoor denkt de gemeente aan een lokaal investeringsplatform. In zo’n platform leggen ondernemers, inwoners en de gemeente samen geld in en maken zij ook samen de keuzes over wat maatschappelijk goede projecten zijn. Zo creëren we lokaal eigenaarschap en zorgen we dat kosten en baten binnen de gemeente blijven Hoe dit platform er precies uit komt te zien, wordt later nog uitgewerkt.

Het succesvol ontwikkelen, realiseren en exploiteren van lokale duurzame energieprojecten vraagt om duidelijke uitgangspunten:

  1. Het plaatsen van installaties die energie opwekken kan alleen met toestemming van de grondeigenaar.
  2. De haalbaarheid van een duurzaam energieproject hangt af van de kwaliteit van het project en de geschiktheid van de locatie.
  3. Bij de locatieselectie is de beschikbaarheid van aansluit- en transportcapaciteit op de energie-infrastructuur een cruciale factor.
  4. Het realiseren van lokaal eigendom vraagt om een goede juridische borging van de afspraken.
  5. Lokaal draagvlak en acceptatie zijn, net als lokale besluitvorming, belangrijke facetten voor het borgen van lokaal eigendom. 

Terug naar boven

Zonne-energie: zon op land

Natuurlijk willen we zonnepanelen zoveel mogelijk op daken en op ongebruikt terrein in bebouwd gebied plaatsen. Maar er zijn niet genoeg daken en terreinen beschikbaar om in 2050 CO2-neutraal te zijn. Daarom is het noodzakelijk ook zonnepanelen op land te (laten) plaatsen. Om hieraan zo weinig mogelijk grond kwijt te zijn leggen we op twee manier de randvoorwaarden vast:

  1. In dit beleidskader en in – later nog op te stellen – gedetailleerde afwegingskaders en
  2. In de Toekomstvisie Meierijstad (de volgens de wet verplichte Omgevingsvisie zal hiervan onderdeel uitmaken) en de daaruit voortvloeiende strategische en tactische gebiedsuitwerkingen. 

Projecten voor zon op land kunnen op twee manieren bij de gemeente binnenkomen, namelijk als:

  • ‘Gewoon’ project: in reactie op een uitvraag die de gemeente in 2024 en in 2026 uitzet of
  • ‘Uniek’ project: losstaand van de uitvragen vanuit de gemeente.

Voor de gewone projecten gelden de randvoorwaarden van dit beleidskader, zoals de inzet van een omgevingstafel, proces- en financiële participatie. Een omgevingstafel is een moment waar er met de inwoners en andere mensen uit de omgeving over het plan wordt gesproken om het plan beter te maken. De gemeente heeft nu twee rondes met gewone projecten gepland: in 2024 en 2026. Per ronde kan de gemeente aanvullende eisen stellen.

Voor de unieke projecten gelden extra voorwaarden. Deze projecten moeten in ieder geval aan één van de volgende eisen voldoen: 

  1. Het moet een lokaal project zijn, van ondernemers die een binding hebben met Meierijstad;
  2. Het moet vernieuwend zijn; 
  3. Het is 100% lokaal eigendom.

Bij unieke projecten is daarnaast een tweede omgevingstafel vereist, om zo het plan aan te scherpen. 

Als ontwikkelaars zon op land-projecten willen uitvoeren in Meierijstad, dan hanteert de gemeente daarvoor de volgende uitgangspunten: 

  • Het landschap is leidend.
  • Per gebied wordt bekeken wat past (maatwerk).
  • Passende locatiekeuze – De enige gebieden die nu uitgesloten worden zijn gebieden die in het Natuur Netwerk Brabant (NNB) liggen. In de Toekomstvisie Meierijstad maken we verdere ruimtelijke keuzes waar energieopwekking wel of niet kan.
  • Multifunctioneel ruimtegebruik: de ruimte is voor meerdere doelen te gebruiken, niet alleen voor zonne-energie.
  • Maatschappelijke meerwaarde: met het project wordt extra sociale waarde gecreëerd.
  • Participatie is verplicht.
  • Minimaal 50% lokaal eigendom en aansluiting op het lokaal investeringsplatform.

Daarbovenop zijn er nog vier extra voorwaarden voor projecten:

  1. opgewekte energie moet direct gebruikt of opgeslagen worden; 
  2. onderzoek naar gevolgen op de omgeving moet vroeg starten; 
  3. de gemeente ziet het liefst projecten die werken met duurzaam en circulair materiaalgebruik en
  4. het gebied moet bij opheffing van het zonnepark in originele staat teruggebracht worden.

Terug naar boven

Windenergie

Het is op dit moment het niet toegestaan om grote windmolens te plaatsen in Meierijstad. Windmolens verstoren soms radarinstallaties. Dat brengt veiligheidsrisico’s met zich mee voor vliegverkeer op Eindhoven en Volkel. Daarnaast geeft de provincie alleen toestemming voor windmolens in een groep van minimaal drie exemplaren. De gemeente houdt de mogelijkheid om windmolens te plaatsen in Meierijstad nog wel open. Als aanpassingen van beleid of ontwikkelingen in de techniek de genoemde beperkingen wegnemen, kijken we opnieuw of aanpassing van het beleidskader aan de orde is.

In het kader van de planMER is al wel onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor en gevolgen van windmolens in vier zoekgebieden in onze gemeente. Omdat, mede daaruit, blijkt dat windenergie nu geen mogelijkheid is, staat de verdere planMER-procedure op pauze. Dit betekent dat de onderzoeken allemaal zijn uitgevoerd, maar het rapport nog niet getoetst is door de commissie MER en niet vastgesteld door de raad. We weten uit onderzoek dat windenergie op dit moment niet kan in Meierijstad. Als we de planMER toch officieel laten toetsen kost dat ongeveer 20.000 euro, terwijl we de uitkomst al weten. 

Desondanks nemen we de uitkomsten uit dit onderzoek over de zoekgebieden wel over:

  • Zoekgebied 1: Wijboschbroek langs de Zuid-Willemsvaart/ N279: ongeschikt
  • Zoekgebied 2: Rooise heide/Schijndelse heide ten westen van de Schijndelseweg: geschikt 
  • Zoekgebied 3: Schijndelse heide ten oosten van de Schijndelseweg: beperkt geschikt 
  • Zoekgebied 4: Het Lijnt langs de Zuid-Willemsvaart/N279: 
    • Zoekgebied 4A: grondgebied Meierijstad: beperkt geschikt 
    • Zoekgebied 4B: incl. grondgebied Laarbeek: ongeschikt

Terug naar boven

Voorwaarden voor kleinschalige windturbines

Op dit moment lijken er geen mogelijkheden voor het opwekken van grootschalige windenergie binnen de gemeente Meierijstad. Wel was er binnen het oude beleid al de mogelijkheid om kleinschalige windturbines te realiseren. Deze mogelijkheid is ook opgenomen in het nieuwe beleidskader. Hiervoor zijn de volgende voorwaarden van toepassing:

  1. Er is aangetoond dat het ondoelmatig is om te voorzien in de eigen behoefte door plaatsing van zonnepanelen op het dak van de (agrarische) bedrijfsgebouwen.
  2. Er is sprake van zorgvuldig ruimtegebruik door situering op het achtererfgebied (nabij de aanwezige bebouwing).
  3. De tiphoogte van de windturbine bedraagt niet meer dan 25 meter.
  4. Er is voorzien in een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een uitvoerbaar beplantingsplan. Dit beplantingsplan is afgestemd op de specifieke omgevingskenmerken.
  5. Er worden geen bomen gekapt voor het beter functioneren van de windturbine.
  6. De ecologische, cultuurhistorische en landschappelijke waarden worden niet onevenredig aangetast.
  7. De windturbine is aanvaardbaar vanuit milieu- en veiligheidsoogpunt.
  8. De belangen van derden (omwonenden) worden niet onevenredig geschaad. 

Terug naar boven

Begrippen uitgelegd

Koolstofdioxide 

Koolstofdioxide (CO2) komt van nature op aarde voor. Deze stof komt vrij bij verbranding van fossiele brandstoffen (hout, kolen, olie en gas). Gebruik van fossiele energie zorgt voor een overvloed aan CO2. Dat veroorzaakt de opwarming van de aarde.

Klimaatneutraal

De gemeente is klimaatneutraal als alle energie die gebruikt wordt in de gemeente uit duurzame bronnen opgewekt wordt. Door het gebruik van duurzame bronnen in plaats van fossiele bronnen wordt er namelijk geen CO2 meer uitgestoten. Het energiegebruik in de gemeente draagt dan niet meer bij aan de opwarming van de aarde.

Energiemix

Om klimaatneutraal te worden moeten we slim kiezen welke energiebronnen we inzetten voor energieopwekking. De onderlinge verhouding tussen ingezette energiebronnen noemen we de energiemix.

Zonneladder

De zonneladder geeft aan in welke gewenste volgorde we zonnepanelen neerleggen. Voor de gemeente Meierijstad zit deze ladder er als volgt uit: 1) Op daken van gebouwen; 2) Op ongebruikte terrein in bebouwd gebied; 3) In landelijk gebied, het liefst gecombineerd met andere doelen.

PlanMER

‘MER’ staat voor ‘milieu effect rapportage’. Dit is een rapport dat vertelt welke gevolgen een (beleids)plan, zoals dit beleidskader, voor de omgeving heeft. Naast een planMER bestaat er ook een projectMER. Dat beschrijft de gevolgen voor de omgeving van een concreet project, bijvoorbeeld de aanleg van een zonnepark.

Energie-eenheden uitgelegd

  • Energie is het vermogen om iets in beweging te zetten (of te verwarmen). De hoeveelheid elektrische energie die een apparaat kan opwekken of gebruiken drukken we uit in watt (W).
  • Omdat 1 watt wel erg weinig energie is, hebben we het in de praktijk al snel over 1.000 watt, oftewel 1 kilowatt (kW).
  • Hoeveel energie je uiteindelijk opwekt of gebruikt hangt af van de tijd. Een apparaat van 1 kW dat 1 uur aan staat gebruikt in die tijd 1 kilowattuur (kWh).
  • Voor verschillende vormen van energie gebruiken we soms andere aanduidingen, bijvoorbeeld een kuub (m³) gas. Om dat toch met elkaar te kunnen vergelijken rekenen we die verschillende eenheden om in joule (J). 
  • Voor elektrische energie geldt dat het gebruik van 1 watt gelijk staat aan 1 joule per seconde. Het gebruik van 1 kWh is dus (1.000 watt in 3.600 seconden) gelijk aan 3.600.000 J.
  • Al die nullen maakt het ingewikkeld rekenen. Daarom korten we het per duizendtal af:
    • 1.000 watt (W) =  1 kilowatt (kW)
    • 1.000 kilowatt (kW) = 1 megawatt (MW)
    • 1.000 megawatt (MW) = 1 gigawatt (GW)
    • 1.000 gigawatt (GW) = 1 terawatt (TW)
  • Dat geldt ook voor het gebruik in tijd: kilowattuur (kWh), megawattuur (MWh), terawattuur (TWh) enz., en voor joule: kilojoule (kJ), megajoule (MJ), etc.
  • Een Nederlands huishouden gebruikt op dit moment jaarlijks gemiddeld ongeveer 2.500 kilowattuur elektriciteit. 

Terug naar boven