Onroerende-zaakbelasting (OZB)
De onroerende-zaakbelasting, ook wel OZB, is de gemeentelijke belasting die u betaalt over de waarde van een onroerende zaak. Het ozb-tarief wordt elk jaar door de gemeente vastgesteld en is een bepaald percentage van de WOZ-waarde van uw onroerende zaak.
De OZB wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak.
De volgende percentages zijn vastgesteld
OZB | % van de WOZ waarde 2024 | % van de WOZ waarde 2023 | % van de WOZ waarde 2022 |
---|---|---|---|
eigenaren woningen | 0,08540% ↓ | 0,08567% ↓ | 0,10194% |
eigenaren niet-woningen | 0,19232% ↑ | 0,18587% ↓ | 0,20384% |
gebruikers niet-woningen | 0,17699% ↓ | 0,17798% ↓ | 0,19457% |
De WOZ-waarde wordt gebruikt als grondslag voor de OZB, de rioolheffing eigenaar, de waterschapsbelasting en de inkomstenbelasting.
Rekenvoorbeeld 2024
WOZ-waarde voor een woning: € 420.000
Aanslag OZB eigenaar woning: 0,08540% van € 420.000 = € 358,68
Eigenaren of zakelijk gerechtigden van een onroerende zaak ontvangen een aanslag eigenarenbelasting. Voor de OZB is de situatie op 1 januari van het belastingjaar bepalend. Als u uw onroerende zaak in de loop van het belastingjaar verkoopt, heeft dat geen invloed op de hoogte van de aanslag. De notaris verrekent bij de verkoop meestal de eigenarenbelasting met de nieuwe eigenaar.
In de meeste gevallen gaat het om het recht van volledig eigendom. Maar er kan ook sprake zijn van een recht van opstal, recht van erfpacht, recht van vruchtgebruik of recht van gebruik en/of bewoning over een object. Aan degene die dit zakelijk recht heeft wordt de eigenarenaanslag OZB opgelegd. Uitgegaan wordt van het zakelijk recht op 1 januari van het belastingjaar volgens het kadaster.
Als gebruiker van een woning ontvangt u geen aanslag OZB. Bent u echter gebruiker van een niet-woning, dan ontvangt u wel een gebruikersaanslag OZB. In deze aanslag wordt het woongedeelte buiten beschouwing gelaten. Hebt u een bedrijfspand in gebruik met daarin een woongedeelte dan wordt de gebruikersaanslag automatisch aangepast. Over het woongedeelte betaalt u dus geen belasting.
De gebruiker van een object is degene die een onroerende zaak gebruikt of huurt. Onder gebruik wordt tevens verstaan het ter beschikking hebben en houden van een onroerende zaak voor eigen gebruik. De belastingplichtige is degene die het gebruik van een niet-woning heeft op 1 januari van het belastingjaar.
Er is sprake van een niet-woning als minder dan 70% van de WOZ-waarde dienstbaar is aan de woning. Een onroerende zaak behoort dus tot de categorie woning wanneer minimaal 70% van de waarde dient tot woning of volledig dienstbaar is aan woondoeleinden. Onroerende zaken waarbij het percentage lager is, vallen dus automatisch in de categorie niet-woning.
Voor de berekening van de aanslag OZB wordt de WOZ-waarde als grondslag gebruikt.
De waardeontwikkeling van uw woning heeft maar een beperkte invloed op de hoogte van uw aanslag OZB. Dat heeft te maken met de wijze waarop de gemeente de hoogte van de OZB-tarieven bepaalt. De hoogte is afhankelijk van de financiële begroting. De gebruikelijke praktijk van de afgelopen jaren is dat bij een dalende WOZ-waarde de OZB-tarieven worden verhoogd. Maar bij een stijgende WOZ-waarde dalen de OZB-tarieven. Het hebben van een stabiele bron van inkomsten speelt daarbij voor de gemeente een belangrijke rol, waarbij de wetgever de WOZ-waarde heeft voorgeschreven als grondslag waarop de lasten worden verdeeld.
Om de taken van de gemeente te kunnen bekostigen heft de gemeente verschillende belastingen. De onroerende-zaakbelasting is goed voor ongeveer 10% van de totale gemeentelijke inkomsten per jaar. De overige gemeentelijke belastingen samen zijn goed voor een andere 10% (totaal 20%)
De OZB wordt gebruikt om de voorzieningen in Meierijstad te kunnen onderhouden en blijven ontwikkelen. U kunt hierbij denken aan allerlei voorzieningen die de gemeenten in orde moet houden voor de inwoners, zoals onderwijs, groenstroken, aanleg van speeltuinen en dergelijke.